Masterplan stadsstraten Haarlem

Ruimtelijke consequenties en netwerkingrepen voor leefbare stadsstraten

Opdrachtgever

Gemeente Haarlem

Locatie

Haarlem

Stadsstraten in beweging

Stadsstraten zijn van oudsher belangrijke en inmiddels drukke toegangswegen voor verkeer van en naar het centrum. Ze hebben vaak een voorzieningenfunctie voor aanliggende wijken en zijn onderdeel van het groene netwerk van de stad. In de loop der tijd is de druk op de openbare ruimte in deze straten alsmaar toegenomen. Meer verkeer op de wegen, meer geparkeerde auto’s en fietsen, en verrommeling van de trottoirs. De huidige situatie is daardoor vaak onveilig en nodigt niet uit om te verblijven. De economische voorzieningen verschralen: ze worden eenzijdiger van aanbod en kleine ondernemingen verdwijnen. Door de vele claims op de openbare ruimte blijft er in de stadsstraten vaak weinig plek over voor groen, terwijl de opgave op het gebied van klimaatadaptatie en biodiversiteit steeds groter wordt. Groen in de stad zorgt voor verkoeling, betere infiltratie van regenwater en een gezondere leefomgeving voor mens en dier.

Masterplan Stadsstraten

In het Masterplan Stadsstraten hebben we in samenwerking met de gemeente en Buro Lubbers onderzocht wat een stadsstraat precies is, welke functie een stadsstraat vervult en wat dit betekent voor de inrichting van deze straten. Door middel van ontwerpuitgangspunten en de toolbox Ruimtelijke Ingrepen hebben we voor Haarlem in beeld gebracht om de stadsstraten veiliger, leefbaarder, groener, gezonder, efficiënter en aantrekkelijker te maken. Het Masterplan is nadrukkelijk geen blauwdruk voor herinrichting, maar maakt inzichtelijk wat er op korte en langere termijn mogelijk is. Het laat zien welke keuzes er gemaakt moeten worden, en wat de ruimtelijke- en netwerkconsequenties van die keuzes zijn.

Een duidelijke conclusie was dat dé stadsstraat niet bestaat. Stadsstraten worden gekenmerkt door een gemengd gebruik als verbinder, (verblijfs)plek en groenblauwe drager. De balans tussen deze functies verschilt per stadsstraat, sterker nog: binnen de stadsstraat zelf zijn er vaak ook nog verschillen tussen de straatdelen. Het karakter van de stadsstraten, de beleidsbelangen en de beschikbare ruimte zorgen ervoor dat de ontwerpkwesties van de stadsstraten aanzienlijk uiteenlopen. Deze ontwerpkwesties beperken zich niet tot de in dit onderzoek behandelde straten, het knelt in Haarlem op diverse middelgrote straten.

Enkele generieke lessen uit dit traject waren:

  • De stadsstraat is zowel een verbinder, een plek als een groenblauwe drager. Deze drie rollen zijn in basis even belangrijk en dienen in iedere stadsstraat een plek te krijgen. Omdat “verbindende” functies, zoals fietspaden, trottoirs en OV- en autoroutes een duidelijk gedefinieerde ruimteclaim hebben, ontstaat het gevaar dat deze functies als eerste ingepast worden en de “restruimte” opgevuld wordt met groen of verblijfsfuncties. Deze functies zouden voor de toekomst van de stad (hittestress, wateroverlast, gezondheid, leefkwaliteit, etc.) echter even zwaar moeten meewegen in de ruimteclaims van de straten en er een structureel onderdeel van moeten uitmaken.
  • De stilstaande (lees: geparkeerde) auto is door zijn ruimteclaim een van de eerste functies die men anders zou moeten organiseren om ruimte te creëren in een (stads)straat. Dit is maatwerk en vraagt om een aanpak op bouwblok- of buurtniveau.
  • De ruimte die vrijkomt door het verplaatsen of verminderen van parkeerplekken kan op twee manieren worden gebruikt: 1) als er een behoudenswaardige bomenstructuur aanwezig is tussen de parkeerplekken biedt de ruimte vooral kansen voor het creëren van verblijfsplekken, maaiveldgroen of fietsparkeervoorzieningen; 2) als er geen bomenstructuur aanwezig is of deze verplaatst kan worden, biedt de ruimte vooral kansen voor het verbreden van langzaamverkeersroutes en het introduceren van nieuwe groene structuren.
  • Voor (H)OV is betrouwbaarheid essentieel. Om het (H) OV betrouwbaar te maken moet het zo “obstakelvrij” mogelijk zijn. De invulling van “obstakelvrij” kan verschillen. Denk daarbij niet alleen aan een bepaalde snelheid, maar ook aan voorrang voor (H)OV bij- of het opheffen van verkeerslichten.