Geworteld in verplaatsingsgedrag

Analyses en data over gebruikers en verplaatsingen

Begrip van verplaatsingsgedrag leidt tot begrip van het stedelijk systeem

Wie de straat, buurt, stad, files of overvolle treinen wilt begrijpen moet terug naar de gebruiker. Wie is toch de persoon die zich verplaatst, en waarom doet hij of zij dat? Studio Bereikbaar heeft allerhande data en analyses paraat om antwoord te geven op deze vraag. Uitsplitsing kan door koppeling van modellen met gemeten data tot op gedetailleerd niveau: opleiding, geslacht, leeftijd, woonplaats of bestemming. We hebben een unieke kennispositie op het gebied van de (nieuwe) stedelijke dynamiek en stedelijke trends in mobiliteit. Op de thema’s verplaatsingspatronen, verstedelijking, stedelijkheidsprofielen en trein-fiets hebben we eigen algoritmen ontwikkeld die leiden tot meer inzicht in de aantrekkende stedelijke dynamiek. Onze aanpak zorgt voor begrip en inzicht in ons verplaatsingsgedrag en de bijbehorende bereikbaarheidsopgave op straat-, buurt-, stads- en regioniveau.

Studio Plaats

Met onze bibliotheek aan referentiebuurten – Studio Plaats – leren we van honderden jaren aan ontwerpgeschiedenis. We koppelen feitelijke buurtdata over stedelijkheid (nabijheid van inwoners en banen), demografie, economie, verplaatsingsgedrag, mobiliteitsoplossingen en gebruikskenmerken aan bebouwings- en buitenruimtetypologieën. Door deze kennis te koppelen aan onze ontwerptoolbox verdichtingsstrategieën hebben we voor elke plek snel het juiste programma in beeld en zijn we direct in staat het gesprek te voeden over ruimtelijke-, economische en verkeerskundige consequenties.

Om het navigeren tussen de diverse mobiliteitsoplossingen in de binnenstad of aan de rand van de stad makkelijker te maken en om buurten onderling vergelijkbaar te maken, zijn de buurten onderverdeeld aan de hand van stedelijkheidsklassen: hoogstedelijk, centrumstedelijk, suburbstedelijk en dorps. Voor ruim 100 buurten is een kwantitatieve en kwalitatieve analyse uitgevoerd. Denk daarbij aan de mix aan bouwjaren, de dichtheid (FSI), de gemiddelde bouwhoogte en de functiemenging (MXI), een doorsnede van het straatprofiel en impressiebeelden van de gevels. Maar ook het aantal inwoners per km2, de huishoudenssituatie, het aantal auto’s per huishouden, de eigendomssituatie, de woningvoorraad, WOZ-waarde en de nabijheid van voorzieningen binnen een straal van 1 km weergegeven. En het verplaatsingspatroon naar afstandsklasse en vervoerswijze.

Amsterdam Centrum

Den Haag De Bras Ypenburg

Dashboard verplaatsings- en persoonskenmerken

We zetten graag ons Dashboard verplaatsings- en persoonskenmerken in. De basis hierachter is het Onderzoek Onderweg in Nederland (ODiN), een doorlopend onderzoek naar de mobiliteit van de Nederlandse bevolking. Het is een enquête waarin respondenten hun verplaatsingsgedrag rapporteren. Het ODiN levert een combinatie op van verplaatsingskenmerken en kenmerken van de persoon. Van die verplaatsingen zijn in het ODiN wel vervoerswijzekeuze en herkomsten en bestemmingen bekend, maar geen routekeuze. Met behulp van het NRM kunnen uit het ODiN alle verplaatsingen worden geselecteerd die waarschijnlijk langs een specifiek segment gekomen zijn. Van deze selectie kunnen we de kenmerken van de verplaatsing en de gebruiker analyseren.

Mobiliteit & Stad

Wij hebben uitgebreide kennis van de relatie tussen stedelijkheid en mobiliteit op basis van jarenlange systematische analyse van CBS data zoals het OViN en diverse ruimtelijke data. We zijn uit en thuis in de beste operationalisatie van ‘verstedelijking’ en alle kwantitatieve relaties met tripgeneratie, modal-split en langjarige trends daarin.

 

Uitgebreide analyse van de Nederlandse mobiliteit laat zien dat de belangrijkste indicator voor de hoeveelheid mobiliteit en de soort mobiliteit die een plek genereert (dus per woning, arbeidsplaats etc), te bepalen is aan de hand van de mate van stedelijkheid van deze plek. Verder blijkt uit langjarige analyse dat waar en wanneer de stedelijkheid van een locatie verandert, na verloop van tijd ook het mobiliteitsprofiel van en naar deze locatie verandert. Dat geldt niet alleen voor de nieuwe gebiedsontwikkeling, maar ook van omliggende (‘bestaande’) locaties.

 

Het is bijvoorbeeld een bekend gegeven dat een hogere mate van stedelijkheid sterk samenhangt met een hoger aandeel fiets, een hoger aandeel OV en juist met een lager aandeel voor de auto. Maar wist je dat een hogere mate van stedelijkheid ook sterk samenhangt met een hoger aantal trips op de korte afstand, sterk negatief op de middellange afstand en licht positief met verplaatsingen op lange afstand? En dat er consistente jaar-op-jaar veranderingen gaande zijn in mobiliteitsprofielen per stedelijkheidsklasse waarbij de onderlinge verschillen sterk aan het divergeren zijn?

Selected link-analyse

Onderstaande figuur geeft een zogeheten selected link-analyse. In een selected link wordt weergegeven hoe het verkeer naar het betreffende wegsegment uitwaaiert naar de herkomsten en bestemmingen. Het wegsegment waarop de selected link betrekking heeft, is aangeduid met een ‘zwarte speldenknop’. De herkomsten zijn per gebied in zwarte tekst en cijfers weergegeven en naar verhouding verduidelijkt met een gele cirkel, de bestemmingen in een blauwe tekstkleur en met een blauwe cirkel. Daarbij is telkens één rijrichting weergegeven. Omdat de informatie betrekking heeft op een geheel etmaal is de andere rijrichting gelijk maar met omgekeerde herkomsten en bestemmingen; in het NRM wordt aangenomen dat al het verkeer dat ’s ochtends op weg gaat, ’s avonds weer terugkeert.

Verplaatsingen tussen steden: Daily Urban System

We kunnen het Daily Urban System van een stad in één oogopslag inzichtelijk maken door verplaatsingen tussen gebieden in beeld te brengen met een lijndikte die in verhouding staat tot het aantal verplaatsingen. Hoeveel auto- en OV-verplaatsingen vinden er plaats tussen bepaalde steden? En welke dagelijkse pendelstromen zijn het grootst?

Historische ontwikkeling van het verkeer

Een goed startpunt voor een gesprek over infraprojecten, mobiliteit en stedenbouw is om de groei van een stad in beeld te brengen. In de analyse hieronder kijken we naar de langjarige ontwikkeling van het verkeer op een aantal essentiële schakels in het wegennet. Ook vergelijken we deze telgegevens met de ontwikkeling van de bevolking, arbeidsplaatsen en de bebouwde omgeving. Op die manier ontstaat een ‘verhaal van de stad’.

Wat begon met deze degelijke maar traditionele vraagstelling kreeg een verrassende wending toen we in plaats van ‘vooruit denken’ eens ‘terug keken’ en vooral ook de huidige stad in kaart brachten. Dit bracht inzichten die we niet op ons ‘default’-netvlies hadden staan in de middelgrote (Brabantse) steden. Meest verrassend: het autogebruik in de stad groeit in grote delen van de stad al jaren niet meer. Daar staat tegenover dat het autoverkeer buiten de stad, op de snelwegen, des te harder groeit en de prognoses overtreft.