MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam

Op 10 november 2022 is het voorkeursalternatief voor de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam vastgesteld. Dit betekent dat het onderzoek van de MIRT-verkenning Oeververbindingen is afgerond en het project een volgende fase in gaat. In de afgelopen jaren zijn door de vier initiatiefnemers (gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland, Metropoolregio Rotterdam – Den Haag, Ministerie van I&W) zes voorgenomen maatregelen onderzocht die als doel hebben om de bereikbaarheid via de weg en het OV te verbeteren, verstedelijking mogelijk te maken, de stedelijke leefkwaliteit te verbeteren en de kansen voor mensen te vergroten. Studio Bereikbaar heeft in deze MIRT-verkenning het werkspoor Mobiliteitsanalyse en het werkspoor Algeracorridor geleid.

De 6 voorgenomen maatregelen van de MIRT-verkenning

In zeef 1 (analysefase) heeft Studio Bereikbaar in het werkspoor Mobiliteitsanalyse in beeld gebracht wat de ‘hoeken van het speelveld’ zijn met betrekking tot (de combinatie van) diverse maatregelen uit de verschillende werksporen (‘Oeververbinding en OV’, ‘A16/OWN’ en ‘Algeracorridor’). De uitkomsten van de mobiliteitsanalyse leverden belangrijke informatie op over de samenhang tussen en de effecten van de diverse maatregelen van de verschillende werksporen. In zeef 2 (beoordelingsfase) heeft Studio Bereikbaar samen met de werkgroep Mobiliteitsanalyse de uniformiteit, samenhang en navolgbaarheid van de mobiliteitsanalyses van de verschillende werksporen bewaakt.

In het werkspoor Algeracorridor heeft Studio Bereikbaar in zeef 2 (beoordelingsfase) de doorontwikkeling van de kansrijke oplossingsrichtingen, die uit zeef 1 (analysefase) naar voren kwamen), gecoördineerd. De kansrijke oplossingsrichtingen varieerden van 1) inzet op verandering van vervoerswijzen en het optimaliseren van de huidige capaciteit van de Algerabrug tot 2) het opwaarderen van de corridor waarbij de Algerabrug ook wordt uitgebreid. Deze kansrijke oplossingsrichtingen werden nader uitgewerkt, ontworpen en onderzocht op hun effectiviteit en effecten op de knelpunten op zowel auto, OV als fiets. De uitkomst van het traject was dat op de Algeracorridor (N210) de verkeersknelpunten worden opgelost door kruisingen anders in te richten en de capaciteit van de Algerabrug beter te benutten.

Schematisch overzicht van de onderzochte alternatieven

Uniek aan de aanpak in deze werksporen was dat de omgeving zowel fysiek als digitaal werd betrokken door middel van masterclasses over (o.a.) verkeersmodellen om de kennis over de onderdelen in de MIRT-verkenning op niveau te brengen, expertsessies om regio specifieke expertise op te halen en ontwerp-/werktafels om de omgeving echt zelf aan de slag te laten gaan.